A-diploma

Wat leren de kinderen tijdens de zwemlessen.
De zwemlessen voor het A-diploma zijn opgebouwd uit verschillende niveaus

  • Zo komen de echte beginners terecht in Niveau 0: los drijven op buik en rug en een klein beetje beenslag (zonder gebruik te maken van drijfmiddelen).
  • Daarna komen zij in niveau 1: Sterke beenslag aanleren op buik en rug.

  • Niveau 2: het aanleren van de combinatie armen en benen, los zwemmen op de rug, het aanleren van borstcrawl en rugcrawl. Dit zijn moeilijke onderdelen en niveau 2 duurt dan ook meestal het langst van allemaal.
  • 
Niveau 3: het kind moet enkele slagen met het hoofd boven water kunnen zwemmen met de schoolsla. Daarna zullen zij de eerste slagen gaan zwemmen in het diepe bad.
  • 
Niveau 4: in dit Niveau zwemt uw kind definitief in het diepe bad. Het leert hier springen, draaien, duiken en zwemmen over langere afstanden.

  • Tenslotte Niveau 5: Het laatste niveau, nog even de puntjes op de i zetten en uw kind kan bijna afzwemmen.
Als het kind een volgende sticker verdiend heeft kan die thuis op het certificaat geplakt worden, zodat u altijd kunt zien wat uw kind bezig is te oefenen.

 

 

Dag(en) Tijd(en) Bijzonderheden
Maandag en Donderdag 17.30-18.00 uur Niveau 0, 1, 2 en 3

Aanmelden voor deze lessen


DIPLOMA A: van het Zwem-ABC

 

GEKLEED ZWEMMEN


badkleding, T-shirt, korte broek (geen legging), waterschoenen.


  • Van een startblok of 1 meterplank te water gaan met een voetsprong voorwaarts (helemaal onder water gaan); na het boven komen aansluitend

  • 15 seconden watertrappen met gebruik van armen en benen, gevolgd door

  • 12,5 meter schoolslag, onder een lijn door duiken, halve draai om de lengte-as en

  • 12,5 meter rugslag (armen mogen actief worden gebruikt); proef afronden met

  • Zelfstandig (eventueel via trapje) uit het water op de kant klimmen. 



 

IN BADKLEDING


  • van de kant of startblok te water gaan met een sprong (een kopsprong heeft de voorkeur), direct gevolgd door (zonder boven te komen)

  • Onder water oriënteren en onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 3 meter van de (start-) kant bevindt; na het bovenkomen, aansluitend
  • 
50 meter schoolslag, proef afmaken met

  • 50 meter enkelvoudige rugslag (armen passief).
  • 
Naar keuze te water gaan van de kant met kopsprong of in het water afzetten van de wand, direct gevolgd door 10 seconden uitdrijven op de borst, aansluitend enkele meters schoolslag waarna 5 seconden drijven op de borst, waarna enkele meters schoolslag.

  • Afzetten van de wand en 10 seconden uitdrijven op de rug, waarna enkele meters enkelvoudige rugslag, daarna 10 seconden drijven op de rug, proef afmaken met enkele meters enkelvoudige rugslag.
  • 
Van de kant of startblok te water gaan met een sprong (een kopsprong heeft de voorkeur), aansluitend 8 meter beginners-borstcrawl.
-In het water, afzetten van de wand, aansluitend 8 meter beginners-rugcrawl.
  • 
Van de kant te water gaan met een sprong naar keuze, gevolgd door 60 seconden watertrappen met gebruik van armen en benen, waarin tevens 2 keer, al watertrappend, een hele draai om de lengte-as wordt gemaakt.